Met het project ‘Overijssel beweegt voor gezondheid’ gaan de hogescholen Saxion en Windesheim en Sportnetwerk Overijssel in de gemeentes Zwartewaterland en Deventer werken aan de sport- en beweegparticipatie van mensen in een kwetsbare sociaaleconomische positie. In twee wijken gaan de projectpartners binnen living labs sámen met wijkbewoners aan de slag met het ontwikkelen van een lokaal passend sport- en beweegaanbod.
“Vaak zien we bij sportstimulering dat we vooral de groep bereiken die toch al beweegt, denk aan bijvoorbeeld schoolvoetbal”, vertelt Alex van de Vosse, directeur van Sportnetwerk Overijssel. “Onze uitdaging is het bereiken van mensen met een lagere sociaaleconomische status bij sportactiviteiten. Dit zijn vaak mensen die niet uit zichzelf in aanraking komen met sport en bewegen. Wij willen ook deze groep mensen in beweging krijgen, zodat iedereen kan profiteren van de voordelen die sporten biedt.” Doel van het onderzoeksproject ‘Overijssel beweegt voor gezondheid’ is om inzicht te krijgen in de vraag hoe de sport- en beweegparticipatie bij mensen in een kwetsbare sociaaleconomische positie (SEP) kan worden verhoogd. Daarbij wordt gekeken naar de wensen, behoeften en drijfveren van mensen in een kwetsbare SEP rondom een sport- of beweegprogramma. Ook worden eventuele belemmerende en bevorderende factoren die de doelgroep ervaren in het huidige aanbod meegenomen en wordt gekeken naar factoren zoals aanbod, taalgebruik en betaalbaarheid.
Samenwerken met wijkinwoners.
In de Rivierenwijk in Deventer en in De Nieuwesluis in Zwartsluis (gemeente Zwartewaterland), waar relatief veel mensen wonen in een kwetsbare SEP, gaan de projectpartners samenwerken met wijkbewoners. Karin Dijkstra, lector gezondheidsbevordering in de leefomgeving van lectoraat Smart Health vertelt: “We kijken wat de bewoners zelf nodig hebben op het gebied van sport en bewegen zodat we kunnen aansluiten op hun persoonlijke omstandigheden. Het gaat daarnaast om de manier waarop we over sport en beweging praten. Zo gaf een buurtcoach aan dat als er gezegd wordt dat het gezond is om te gaan sporten, het antwoord is ‘sporten? Nee dat lukt niet want ik heb geen sportkleren en deze kopen is te duur’. Door te spreken over ‘bewegen’ in plaats van ‘sporten’ kun je de drempel al verlagen.” Alex van de Vosse: “Je kunt wel óver mensen praten, maar we moeten sámenwerken met de doelgroep en bekijken wat hun wensen en behoeftes zijn. Op die manier willen we inzicht krijgen in de intrinsieke drijfveren van mensen om te gaan bewegen.”
Beweegzekerheid
Sportnetwerk Overijssel merkt dat er momenteel grote groepen mensen zijn die niet kunnen meekomen op dit gebied. Alex van de Vosse: ‘’Als mensen minder geld te besteden hebben, gaat dit vaak ten koste van bijvoorbeeld het lidmaatschap bij een sportvereniging. Er zijn verschillende voorzieningen en fondsen die hierin faciliteren, maar je ziet dat mensen daar soms geen gebruik van maken. Vaak speelt schaamte daarbij een rol. Beweegzekerheid zou een soort basisvoorziening moeten zijn: iedereen zou moeten kunnen meedoen en gebruik moeten kunnen maken van sport- en beweegfaciliteiten, zodat iedereen kan meeprofiteren van alle voordelen die dit biedt.’’
Living labs
In de twee wijken zal worden gewerkt binnen living labs. Hier wordt een lokaal passende aanpak ontwikkeld, met als doel de inwoners in de wijk meer te laten bewegen. Deze aanpak wordt ontwikkeld in samenwerking met lokale samenwerkingspartners, samen met wijkbewoners en op basis van hun eigen wensen en behoeften. Daarnaast zal er worden voortgeborduurd op de opgedane kennis en ervaring uit de al lopende living labs van Saxion en Windesheim. Doel is om te komen tot een innovatieve aanpak om de sport- en beweegparticipatie in de wijken te verhogen, een sport- en beweegprogramma te ontwikkelen dat past bij mensen in een kwetsbare SEP en dit te implementeren in de wijk. Karin Dijkstra: ‘’Door dit hele proces goed te monitoren, doen we nieuwe kennis en inzichten op over hoe we inwoners in een kwetsbare SEP kunnen bereiken, binden én behouden bij een sport- en beweegprogramma.’’ ‘’In de living labs gaat het om samenwerken op het gebied van onderzoek, onderwijs en praktijk’’, vertelt Liselot ter Harmsel, onderzoeker bij Windesheim-lectoraat Bewegen, School en Sport. ‘’Hier gaan we echt aan de slag met vragen uit de praktijk en met praktijkgericht onderzoek. Ook studenten van Saxion en Windesheim worden daarom betrokken bij de living labs. Dankzij de samenwerking tussen twee hogescholen kunnen we onze kennis en ervaringen delen en elkaar verstreken.’’
Kennis delen
Een belangrijk doel van het project is het delen en verspreiden van de opgedane kennis en inzichten binnen de provincie, benadrukt Karin Dijkstra. ‘’Want alle gemeenten lopen tegen dit type vraagstukken aan.’’ Alex van de Vosse, vult aan: ‘’Wij richten ons met dit project op sport. Maar dezelfde vraagstukken rondom het meekrijgen en betrekken van mensen met een lagere SEP spelen ook rondom bijvoorbeeld verduurzaming en laaggeletterdheid. Het delen van kennis binnen de provincie is daarom van belang.’’
Door de opgedane inzichten provincie-breed te verspreiden, krijgen sport- en beweegprofessionals in heel Overijssel handvaten aangereikt hoe zij een passend sport- en beweegaanbod voor mensen in een kwetsbare positie kunnen ontwikkelen en implementeren in een wijk. Liselot ter Harmsel: ‘’Wij willen hierin met dit project faciliteren. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van meer promotie voor sport en bewegen, zorgen voor toegankelijkheid of door het aanbod meer in de buurt te organiseren. De werkwijze moet blijken uit de wensen en behoeftes van de inwoners. Uiteindelijk willen we de gezondheidsverschillen in Nederland verkleinen. Dat is alleen in kleine stappen te bereiken; een eerste stap is om in de wijk te onderzoeken hoe we beweeg- en sportparticipatie kunnen vergroten.’’
Meeprofiteren van de voordelen
Alex van de Vosse: ‘’Ik geloof in de kracht van sport en bewegen. Naast gezondheidswinst, halen mensen hier veel plezier uit en voel je je onderdeel van de maatschappij. Ook biedt het maatschappelijke kansen. Ik gun het iedereen om hiervan te kunnen meeprofiteren. Daarom is het interessant dat we met dit project samen gaan uitzoeken hoe we ook mensen die sport misschien niet vanuit huis meekrijgen, meer kunnen laten bewegen. Er is geen gouden oplossing om alle mensen mee te krijgen. Maar met dit project doen we inzicht en kennis op zodat we samen kunnen zorgen dat iedereen gebruik kan maken van de voordelen van sport en bewegen.’’
Het project ‘Overijssel beweegt voor gezondheid’ start op 1 april en loopt tot en met eind 2025. Hierin wordt samengewerkt door Sportnetwerk Overijssel, lectoraat Smart Health van hogeschool Saxion, lectoraat Bewegen, School en Sport van Hogeschool Windesheim en de gemeentes Zwartewaterland en Deventer. Het onderzoeksproject wordt mogelijk gemaakt door subsidie van de Provincie Overijssel.
Tekst: Femke van Stratum